Zorg op maat

Zorg op maat

Dyslexie

Voor alle kinderen hanteren we het dyslexieprotocol. Door dit protocol zijn we vaak al in  de kleutergroepen in staat om mogelijke dyslexie te signaleren. We zullen altijd over mogelijke dyslexie spreken omdat wij zelf niet in staat zijn officieel dyslexie vast te stellen. Dit kan pas door een externe instantie, nadat we op school langdurige extra hulp hebben gegeven. Als we vermoedens van dyslexie hebben zullen we dat met u bespreken. We hebben dan verschillende mogelijkheden om je kind te begeleiden. Zo kunnen we in de  groepen 1 en 2 al een voorschotbehandeling geven. Dat houdt in dat we met je kind extra taal oefeningen gaan doen, letters aanbieden, om de beginnende geletterdheid, waar het leesproces mee begint, te stimuleren. In de middenbouw kunnen we een connect training geven, of vormen van ralfi-lezen. Deze leesprogrammms trainen de kinderen in het leren lezen . Deze training zal zoveel mogelijk in de klas gegeven worden, maar soms doen we dat ook buiten de klas met hulp van onderwijsassistenten.
Ook hebben we extra programma’s voor het spellingsonderwijs.
Kinderen die daadwerkelijk gediagnosticeerde dyslexie hebben kunnen via de zorgverzekering extern een training volgen. Op school proberen we dan in onze aanpak bij deze training aan te sluiten. Er bestaan veel verschillende, ook alternatieve trainingen, die niet allemaal vergoed worden door de zorgverzekering. Het is ook niet altijd mogelijk om op school bij deze training aan te sluiten. Per kind zullen we afspraken maken over wat we wel en niet kunnen.
Als kinderen een dyslexieverklaring hebben kunnen we hen ook bijzondere hulpmiddelen geven. Zoals een daisy-speler, waarbij teksten uit boeken worden voorgelezen, een licentie voor een computerprogramma ‘sprint’,  die het lezen via de computer ondersteunt. Extra tijd voor cito-toetsen en het voorlezen van begrijpend lezen toetsen.
De meeste kinderen kunnen  hierdoor op school goed geholpen worden en dank zij deze middelen, ondanks de dyslexie, toch een voldoende lees- en taalniveau bereiken.
De aanpak van dyslexie verandert voortdurend door wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe programma’s. Als school proberen we deze ontwikkeling zo goed mogelijk te volgen en er op in te spelen.

Meer- en hoogbegaafden

Voor meer- en hoogbegaafde kinderen hebben we een uitgebreide aanpak. Vanaf de kleutergroepen hanteren we signaleringslijsten. Als die duiden op vermoedens van hoogbegaafdheid, zullen we direct beginnen met dat met u te bespreken en in de groep extra uitdaging bieden. We hanteren voor het verder signaleren het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid. Dit instrument onderzoekt op een uitgebreide manier of er mogelijk sprake is van hoogbegaafdheid. Als school zullen we nooit de diagnose hoogbegaafdheid geven, maar altijd spreken van meer- en hoogbegaafde kinderen.
Voor kinderen  die waarschijnlijk meer- of hoogbegaafd zijn passen we het programma aan. We noemen dit indikken van de leerstof. Hierdoor ontstaat er voor deze kinderen tijd voor extra, voor hen uitdagende en bij hun niveau passende opdrachten. Deze opdrachten bundelen we in een plusmap.
Naast deze plusmap hanteren we het programma Acadin. Acadin is een digitale leeromgeving waarbij kinderen uitdagende opdrachten krijgen die ze moeten uitwerken.
De leerkrachten begeleiden deze kinderen bij hun werk, door regelmatig met hen een gesprekje te houden over de vorderingen en hun leervragen. Het programma per kind wordt gecoördineerd door onze meerbegaafdheids coördinator, Clary Brouwer. Zij voert onderzoeken uit en stelt samen met de leerkrachten het programma samen.
Clary geeft ook één keer per week, daarbij bijgestaan door onze onderwijsassistent Greetje Braakman, leiding aan een plusgroep. In deze plusgroep werken een beperkt aantal kinderen met hulp van opdrachten uit de pittige plustorens aan hun eigen leerdoelen.
Naast deze opdrachten is er ook nog een groep bezig met de lego-league wedstrijd.  Deze groep laat robots, die ze zelf moeten programmeren, opdrachten  uitvoeren in een lego-wereld.
Tenslotte is er ook een beperkte mogelijkheid om deel te nemen aan een serie masterclasses voor kinderen uit groep 7 en 8 op het Greijdanuscollege. Gedurende een aantal weken krijgen deze kinderen lessen in techniek, wiskunde ,

Beperkingen

We ervaren voor verschillende onderdelen van ons beleid beperkingen. Vooral in de hoeveelheid tijd en het aantal kinderen wat van ons aanbod kan profiteren. We proberen de beschikbare middelen zo goed mogelijk te verdelen over alle kinderen. Mocht je merken dat je kind toch meer nodig heeft, dan adviseren we om buiten school je kind een training te laten volgen.

Rekenproblemen

Kinderen met rekenproblemen kunnen we over het algemeen goed helpen door speciale ondersteunende programma’s naast de methode. Als de achterstand erg groot is t.o.v. het groepsgemiddelde, bestaat de mogelijkheid om je kind een eigen leerlijn te laten volgen. We bespreken dat met de ouders, voordat we daar een beslissing over nemen.

Algemene leerproblemen

Kinderen die op alle gebieden moeilijk kunnen meekomen en moeilijk lerend zijn, kunnen we vaak wel helpen op school. We zullen voor deze kinderen in de loop van de basisschool steeds meer een eigen leerlijn vaststellen. In een ontwikkelperspectief beschrijven we dan welke doelen dit kind moet halen aan het eind van de basisschool

Autisme

Kinderen met autisme of met een aan autisme verwante stoornis, kunnen we in een aantal gevallen goed helpen op school. Echter niet in alle gevallen.
Kinderen die zich gelukkig voelen door een vaste structuur, een regelmatige aanpak, duidelijke klassenregels en extra individuele aandacht, kunnen we goed helpen op school.
In sommige gevallen hebben kinderen aanpassingen nodig die we ze niet hier op school kunnen geven. Dan gaat het bijvoorbeeld om een kleine groep, waar ze beter in kunnen functioneren, of een hele prikkelarme omgeving die ze nodig hebben. Ook als ze teveel individuele begeleiding nodig hebben, het grootste deel van de dag, kunnen we ze hier op school niet voldoende helpen.

Gedragsstoornis met Internaliserend gedrag

Kinderen die door een psychische stoornis naar binnen gekeerd gedrag hebben kunnen we in sommige gevallen helpen hier op school. Als ze met hulp van extra begeleiding op school en de inzet van speciale sociaal emotionele porgramma’s zich verder kunnen ontwikkelen in het leren uiten van hun emoties en sociale vaardigheden, kunnen we ze goed helpen. Soms zullen we vragen om extern een therapie te volgen. Als school zullen we dan proberen om hierbij aan te sluiten. Als het problematische gedrag ernstig is en het kind zich niet goed ontwikkelt zullen we een kind moeten verwijzen naar een andere school.

Gedragsstoornis met externaliserend gedrag

Als een kind als gevolg van een gedragsstoornis een sterk naar buiten gekeerd probleemgedrag laat zien zijn we nog niet altijd in staat om een kind hier goed bij te helpen.  We zullen dan een plan opstellen waarbij we proberen ongewenst gedrag snel te stoppen en gewenst gedrag te bevorderen. Als het gedrag daardoor snel positief wordt beïnvloed kunnen we een kind verder helpen. Als een kind door z’n gedrag bedreigend wordt voor het gevoel van veiligheid in de groep zullen we op zoek gaan naar een andere school voor uw kind.

arrow-right arrow-left chevron-down chevron-up close menu search2 twitter2 facebook2 youtube2 linkedin2 envelope-o instagram2